Benchmarkrapport nieuwe risico's en meettechnologieën

De procesbenchmark nieuwe risico’s en nieuwe meettechnologieën bracht het proces in kaart waarmee de waterbedrijven proactief nieuwe risico's voor de waterkwaliteit in kaart brengen en waarmee ze nieuwe meettechnologieën introduceren. De benchmarkoefening werd uitgevoerd in 2019 voor de referentieperiode 2016 tot 2018. Gemiddeld identificeerde de waterbedrijven tussen de 10 en 77 potentiële nieuwe risico's. Daarnaast werden gemiddeld twee nieuwe meettechnologieën per jaar in gebruik genomen.

De nieuwe potentiële risico's die in de afgelopen jaren werden onderzocht, hadden voornamelijk betrekking op nieuwe stoffen zoals pesticiden, geneesmiddelen, micro-plastics en nanometalen. De voornaamste nieuwe meettechnologieën die de laatste jaren zijn geïmplementeerd zijn geavanceerde meettechnologieën om zeer lage concentraties van schadelijke afvalstoffen en producten te detecteren. Bij het vergelijken van de prestatie-indicatoren die weerhouden zijn om de processen te vergelijken, is het belangrijk om op te merken dat de waterbedrijven in sterk verschillende contexten werken. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillen op vlak van het aantal en type waterbronnen, het aantal leveringsgebieden, het geproduceerde en aangekochte volume drinkwater, het aantal aftakkingen, enzovoort.

Hoge maturiteitsscore weerspiegelt strategisch belang

Uit de benchmarkoefening bleek dat de sector aan dit proces ruime aandacht besteedt. De sterke maturiteitsscore geeft aan dat het proces voor nieuwe risico's en meettechnologieën van hoog strategisch belang is voor de waterbedrijven. De sector zet daarbij sterk in op onderzoek, ontwikkeling en structurele samenwerking tussen de waterbedrijven, maar ook met externe partners zoals de VMM en kennisinstellingen. Dat neemt niet weg dat er op een aantal domeinen nog actie kan ondernomen worden om de maturiteit van het proces te verhogen.

“Met dit rapport wil de sector net die extra stap zetten in het toekomstig waterbeleid. Ook morgen moet de kwaliteit van ons kraanwater 100% zijn. Daarom is het belangrijk dat we toekomstige risico’s kunnen voorspellen en waar mogelijk voorkomen.”

Actieplannen moeten maturiteit proces verder verhogen

Op basis van dit onderzoek stelden de waterbedrijven dan ook individuele actieplannen en gezamenlijke actieplannen op. Zo zal de sector, samen met de Vlaamse Milieumaatschappij een gestandaardiseerde risico-matrix uitwerken. Op basis daarvan zullen de waterbedrijven een uniforme beoordeling maken van de risico’s die zijn geïdentificeerd in de benchmark.

Voor de realisatie van de actieplannen vragen de waterbedrijven bijkomende ondersteuning om specifieke riciso's, zoals bijvoorbeeld legionella, grondiger te onderzoeken. De sector kaart ook aan dat de gewenste kwantificeringsgrenzen beter afgestemd kunnen worden tussen de VMM en het Departement Omgeving. Ook de erkenning van nieuwe technieken en methoden door officiële instanties kan volgens de sector versneld worden.

“De diensthoofden van de laboratoria van de waterbedrijven overleggen al op regelmatige basis over de aanpak van nieuwe risico’s en meettechnologieën. In de toekomst worden er structurele, sectorbrede werkgroepen opgezet. Zij zullen onder andere kennis uitwisselen over nieuwe uitdagingen en onderzoek. Verder zal de sector nieuwe risico’s en meettechnologieën verder blijven verfijnen en documenteren.”

Carl Heyrman, algemeen directeur AquaFlanders