Dreigt onze “vakantie in eigen land” er één te worden zonder kraanwater?
- Home
- Actualiteit
- Dreigt onze “vakantie in eigen land” er één te worden zonder kraanwater?
Het heeft de voorbije 6 weken amper geregend en de grondwaterstanden staan opnieuw op heel wat plaatsen laag tot zeer laag. Bovendien zitten we al enkele weken thuis in “soft lockdown” en brengen we onze vakantie komende zomer wellicht in eigen land – of in eigen tuin – door. De bezorgdheid om onze watervoorraden loert dan ook om de hoek. Verbruiken we nu met z’n allen meer kraanwater dan anders? En gaan we komende zomer wel voldoende kraanwater hebben om onze “vakantie in eigen land” zonder tekorten door te komen? En tot slot: hoe bereiden de waterbedrijven zich voor op een scenario van een droge zomer met meer waterverbruik? Carl Heyrman, algemeen directeur van AquaFlanders, geeft een antwoord op deze vragen.
Hoe staat het met het grondwaterpeil in Vlaanderen?
Carl Heyrman: “In de cijfers die de droogtecommissie verspreid heeft op 21 april, is te zien dat het grondwater in de voorbije maand op 86% van de indicatorlocaties gedaald is. Op 36% van de locaties staan de grondwaterstanden zeer laag voor de tijd van het jaar en voor nog eens 34% van de locaties staan ze laag. Het heeft de voorbije 6 weken dan ook amper geregend.”
Hebben we de voorbije weken meer water verbruikt door “in ons kot te blijven”?
Carl Heyrman: “We zien niet meteen een impact van de coronamaatregelen op het totale verbruik in Vlaanderen. Wat we wél zien, is dat het waterverbruik aan de kust meer dan 30% lager lag de voorbije weken. Daar zien we wel een verband met de coronamaatregelen. Minder mensen spendeerden hun vakantie of weekend aan de kust. Dit kan het verschil in verbruik in die regio verklaren. We kunnen stellen dat de weersomstandigheden een grotere impact hebben op het waterverbruik dan het feit of mensen al dan niet thuis zijn. De meeste waterbedrijven noteerden een stijging van het waterverbruik in de voorbije drie weken. Dat was dit jaar echter niet anders dan in dezelfde periode vorig jaar. Wanneer de temperaturen omhoog gaan en het droge weer aanhoudt, dan stijgt het waterverbruik.”
De weersomstandigheden hebben een grotere impact op het waterverbruik dan het feit of mensen al dan niet thuis zijn. We verbruiken dus meer water bij warm én droog weer
Welke prognose maken jullie over het waterverbruik voor de komende zomer? Gaan we met z’n allen meer water verbruiken nu we onze vakantie wellicht in eigen land zullen doorbrengen?
Carl Heyrman: “Ook wanneer we kijken naar het waterverbruik in de voorbije zomers, zien we dat de weersomstandigheden een grotere impact hebben op het waterverbruik dan het feit of mensen al dan niet thuis zijn. We verbruiken dus meer water bij warm én droog weer. Hoe dat komt? Wellicht komen er bij gebrek aan regen heel wat regenwaterputten leeg te staan. Het gevolg is dat we dan meer kraanwater gebruiken, onder meer in onze tuinen, maar ook in huis.”
Conclusie: Carl Heyrman: “Als we een droge zomer tegemoet gaan waarin we met z’n allen thuis blijven, dan kan het zijn dat we meer water gaan gebruiken. Dit zou echter een ander verhaal worden, mocht het een natte en iets koudere zomer worden. We zijn dan ook voorzichtig in de prognoses.”
De helft van het water dat gebruikt wordt voor de drinkwaterproductie in Vlaanderen is afkomstig uit grondwater. De andere helft uit oppervlaktewater via rivieren en kanalen. Het peil van de waterlopen waaruit water wordt onttrokken, is momenteel normaal. Bovendien zijn de spaarbekkens op dit ogenblik maximaal gevuld en kunnen de waterbedrijven een grote periode van eventuele droogte overbruggen.
Hoe bereiden de Vlaamse waterbedrijven zich voor op mogelijke watertekorten?
Carl Heyrman: “Als de waterstanden komende zomer laag zouden staan, betekent dit niet dat wij onmiddellijk geconfronteerd zullen worden met allerlei doemscenario’s. Het is de opdracht van de waterbedrijven om vraag en aanbod aan kraanwater in evenwicht te houden. Dit doen we door aan de vraagzijde sensibiliseringsacties te organiseren, maar ook door aan de aanbodzijde actie te ondernemen.
De helft van het water dat gebruikt wordt voor de drinkwaterproductie in Vlaanderen is afkomstig uit grondwater. De andere helft uit oppervlaktewater via rivieren en kanalen. Het peil van de waterlopen waaruit water wordt onttrokken, is momenteel normaal. Bovendien zijn de spaarbekkens op dit ogenblik maximaal gevuld en kunnen de waterbedrijven een grote periode van eventuele droogte overbruggen. De Vlaamse watersector investeert ook in innovatie en nieuwe infrastructuur. Zo werd in maart een nieuw waterproductiecentrum geopend in Oostende dat brak kanaalwater omzet in kraanwater. De waterbedrijven zetten ook steeds meer in op circulair watergebruik voor het aanvullen van de grondwaterreserves. Daar waar regenwater en afvalwater voordien na zuivering via beken en rivieren naar de zee vloeiden, vormen deze nu een bijkomende bron. Zo wordt restwater van zowel het productie- als het distributieproces (o.a. spoelwater) opnieuw geïnfiltreerd om de grondwaterreserves aan te vullen. Aan de kust wordt dan weer ingezet op het infiltreren van gezuiverd afvalwater in de duinen. We leveren ook steeds meer ‘water op maat’ aan bedrijven. Het gaat dan grotendeels om oppervlaktewater of gezuiverd afvalwater, wat ervoor zorgt dat we meer capaciteit behouden in het leidingnet.
De sector heeft zich goed voorbereid op een mogelijke droge zomer. Toch blijven we aanraden om verstandig om te gaan met kraanwater en dit zo min mogelijk te gebruiken voor toepassingen waarvoor water van drinkwaterkwaliteit niet nodig is
Er is in Vlaanderen bovendien een nauwe samenwerking tussen de waterbedrijven. Deze samenwerking staat garant voor de continuering van de drinkwatervoorziening over heel het gewest, ook in moeilijke omstandigheden. De diversiteit aan bronnen waar de waterbedrijven op inzetten, maakt dat ze onderling complementair zijn. Zo zet het ene waterbedrijf sterker in op oppervlaktewater als bron voor de drinkwaterproductie en het andere waterbedrijf op grondwater.
De sector heeft zich goed voorbereid op een mogelijke droge zomer. Toch blijven we aanraden om verstandig om te gaan met kraanwater en dit zo min mogelijk te gebruiken voor toepassingen waarvoor water van drinkwaterkwaliteit niet nodig is, zoals het sproeien van onze gazons en het wassen van auto’s bijvoorbeeld. Ben je op zoek naar tips om spaarzaam om te gaan met water? Check dan hier onze tips.
Tot slot pleiten wij als de federatie van de waterbedrijven en rioolbeheerders sterk voor een verdere afname van de verharde oppervlakte in Vlaanderen. De verharding zorgt ervoor dat het regenwater op vele plaatsen via daken, voetpaden en wegen afstroomt in de riool en te weinig in de bodem infiltreert. Door Vlaanderen voor een stuk te ontharden kan regenwater maximaal de grondwaterlagen blijven voeden.”
Het watergebruik van de Vlaming:
Een Vlaming verbruikt thuis gemiddeld 114 liter water per dag. Het grootste deel daarvan is leidingwater: 100 liter (88 %) komt uit de kraan. De Vlaming gebruikt dit water voornamelijk voor de douche (24 liter of 21 %), het toilet (21 liter of 19 %), de wasmachine (16 liter of 14 %) en drank en voedsel (11 liter of 10 %). Hij gebruikt ook water voor het bad, de wastafel, het wassen van textiel met de hand, de vaatwasser, de vaat met de hand, poetsen, planten en tuin en andere (42 liter of 36 %). Daarnaast drinkt de Vlaming thuis gemiddeld 0,4 liter flessenwater per dag. Meer dan 3/4 van de bevolking drinkt thuis regelmatig flessenwater. Bron van deze cijfers: VMM https://www.vmm.be/publicaties/watergebruik-door-huishoudens