Rioolbeheerders en gemeenten investeren 3,4 miljard in waterkwaliteit en waterveiligheid
- Home
- Actualiteit
- Rioolbeheerders en gemeenten investeren 3,4 miljard in waterkwaliteit en waterveiligheid
Rioolbeheerders en gemeenten plannen om in de periode 2020-2024 een totaal van 3,4 miljard euro te investeren in werken voor een betere waterkwaliteit in onze rivieren en een beter regenwaterbeheer. Dit is 1,1 miljard euro meer dan in de periode 2014-2018. Bovendien plannen de gemeenten een bijkomende investering van 5,78 miljard euro in werken voor een kwaliteitsvol openbaar domein. Dat blijkt uit het rapport “Financiële cijfers rioolbeheer in Vlaanderen 2017-2018” van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en uit de meerjarenplannen van de gemeenten.
AquaFlanders, de federatie van de Vlaamse waterbedrijven en rioolbeheerders, en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) gaven hierover meer informatie naar aanleiding van de publicatie van het VMM-rapport “Financiële cijfers rioolbeheer in Vlaanderen 2017-2018”. Volgens beide koepelverenigingen vertaalt zich dit in de aanleg en heraanleg van ongeveer 2.300 km wegenis met riolering in de komende 5 jaren.
Deze 3,4 miljard euro wordt samengesteld uit 2,6 miljard euro investeringen en 828 miljoen euro exploitatiekosten. In de periode 2014-2018 bedroegen de geplande investeringen 1,6 miljard euro en de exploitatiekosten 721 miljoen euro.
De rioolbeheerders en gemeenten zetten blijvend in op de uitvoering van de geplande investeringen en op het verkorten van de doorlooptijd van projecten. Bovendien moeten we stelselmatig het investeringsritme structureel verhogen om de ontbrekende infrastructuur in te vullen en om het bestaande rioolnet in goede conditie te houden
Uit de meerjarenplanning van de gemeenten blijkt bovendien dat zij in de periode 2020-2024 een bijkomende 5,78 miljard euro besteden aan werken aan wegenis en openbaar domein, oftewel 900 miljoen meer dan de geplande 4,9 miljard in de periode 2014-2018.
Concreet vertaalt zich dit in 3,7 miljard euro investeringen en 2,05 miljard euro exploitatiekosten, ten opzichte van 3,1 miljard euro investeringen en 1,8 miljard euro exploitatiekosten in de periode 2014-2018.
Ontvangsten 100% benut
Uit het VMM-rapport blijkt dat gemeentelijke rioolbeheerders in globo de saneringsmiddelen van de drinkwaterfactuur integraal investeren in gemeentelijke riolering.
Een groot deel van de ontvangsten van de gemeentelijke rioolbeheerders komt van de gemeentelijke saneringsbijdrage en saneringsvergoeding op de drinkwaterfactuur. Deze moeten verplicht gebruikt worden voor het gemeentelijk rioolbeheer. De Vlaamse Milieumaatschappij volgt dit op en publiceert hierover jaarlijks een rapport.
Met de geplande investeringen tot en met 2024 worden de beschikbare saneringsmiddelen volledig aangewend. Carl Heyrman, algemeen directeur van AquaFlanders, licht toe: “De rioolbeheerders en gemeenten zetten blijvend in op de uitvoering van de geplande investeringen en op het verkorten van de doorlooptijd van projecten. Bovendien moeten we stelselmatig het investeringsritme structureel verhogen om de ontbrekende infrastructuur in te vullen en om het bestaande rioolnet in goede conditie te houden.”
3 pijlers van het rioolbeheer
Deze investeringen in het rioolbeheer zijn van essentieel belang voor een gezonde en aangename leefomgeving in de stad en gemeente. Wim Dries, voorzitter van de VVSG licht toe: “Daar zijn al heel wat goede praktijkvoorbeelden van. Zo dragen extra groen en water bij tot verkoeling op warme zomerdagen en zorgt een goed onderhouden infrastructuur voor minder wateroverlast bij hevige regen. De rioolbeheerders en gemeenten zetten dan ook in op drie pijlers: realiseren van nieuw geplande infrastructuur, onderhouden van bestaande infrastructuur en aanpassingen aanbrengen om de infrastructuur klimaatbestendig te maken.”
Investeringen in de riool- en regenwaterinfrastructuur zijn broodnodig om een goede waterkwaliteit te bekomen. Dat is niet enkel wenselijk, Europa eist dat alle watersystemen (waterlopen, grondwater, …) tegen 2027 in goede toestand zijn.
Naast nieuwe investeringen zorgen de rioolbeheerders ook voor het onderhoud en de tijdige vervanging van de bestaande infrastructuur. Zo blijft deze operationeel en worden onder meer wegverzakkingen en wateroverlast vermeden.
Tot slot wapenen gemeenten en rioolbeheerders zich tegen de gevolgen van klimaatverandering. Meer extreme regenbuien op korte tijd hebben een grote impact op de rioolinfrastructuur en vragen om aanpassingen. Carl Heyrman: “Zo zoeken de rioolbeheerders en gemeenten samen oplossingen om regenwater bovengronds vast te houden, bijvoorbeeld in parken of pleinen.”
Investeringen in het rioolbeheer zijn van essentieel belang voor een gezonde en aangename leefomgeving in de stad en gemeente. Zo dragen extra groen en water bijvoorbeeld bij tot verkoeling op warme zomerdagen en zorgt een goed onderhouden infrastructuur voor minder wateroverlast bij hevige regen.
In de praktijk
Rioolbeheerder FARYS en de gemeente Oostende investeren samen in het project City River. Dit unieke project aan de Victorialaan op de Oosteroever werd eind 2019 opgestart. Het gaat om de duurzame heraanleg van een voormalige industriële maritieme site met een innovatief riolering- en wegenisontwerp. De naam van het project verwijst naar een stadsrivier, oftewel een brede centrale goot, die het regenwater opvangt en vertraagd afvoert naar een ondergrondse waterbuffer met een grote bergingscapaciteit voor hergebruik van water. In de plannen voor de site is er bovendien ook aandacht voor waterdoorlatende wegfunderingen en poreuze betonbuizen en gresbuizen voor het regenwater, zodat het water kan infiltreren in de zanderige bodem. Het volledige project – de uitvoering van riolerings- en wegeniswerken in de Victorialaan en de aanleg van de City River – werd begroot op 3.969.512,22 euro.
Rioolbeheerder Fluvius, de gemeente Tongeren en de VMM investeerden samen in het project ‘Openlegging Jeker’. Dat betekent concreet Infiltratiewadi’s in het park aanleggen, natuurgebied ‘vernatten’ en duurzaam waterhergebruik in de volkstuinen mogelijk maken. Zo wordt ieder nieuw tuinhuis uitgerust met een waterton op het dak. Het project zet bovendien in op verkoeling, door een open waterloop met zachte taludhellingen en picknickzones aan te leggen. Door de waterloop open te leggen, verlaagt het overstromingsrisico ter hoogte van het stadscentrum. Bovendien voedt het rivierwater de bodem in de omgeving van de waterloop. De aanleg van een heus waterbelevingsplein maakt ook deel uit van het project. Dit plein heeft een oppervlakte van +/- 1000 m² aan waterplezier in de vorm van “een V-bak” die kan voorzien in de buffering. Zo kan het hemelwater in natte periodes gestockeerd worden in een ondergrondse bufferput. Door een manueel bedienbare schuif kan het waterniveau op het plein opgetrokken worden en kan het bij stevig vriesweer zelfs als schaatspiste gebruikt worden. Er werd bovendien een volledig gescheiden stelsel aangelegd en buffering van 3000 m³ ter hoogte van het natuurgebied “De Kevie” in samenwerking met Natuur&Bos.
Ook de stad Mechelen kan een mooi project voorleggen ter illustratie. In de Albertuswijk, gelegen langs de Leuvensesteenweg in Muizen, werd een nieuwe riolering aangelegd met een gescheiden stelsel dat het afval- en regenwater van elkaar scheidt. Het regenwater wordt naar een bufferbekken geleid. Dit biedt voldoende capaciteit om ook bij zwaar regenweer het regenwater op te vangen en in de bodem te laten infiltreren. Via een overloop wordt het vertraagd afgevoerd naar de Hanswijkbeek. Hiervoor heeft de stad enkele percelen aangekocht. De Struikheidestraat, de straat aan het bufferbekken, werd in overleg met de bewoners heraangelegd in ternair zand. Dit is een waterdoorlatend alternatief. De straat werd afgesloten voor autoverkeer en doet dienst als fiets- en voetgangersverbinding. Het bufferbekken wordt nu verbonden met het naastliggende bos. Om de infiltratie van het water in de bodem te bevorderen worden er bovendien grindkernen geboord in het bufferbekken, om de kleilaag die op 4 meter diepte zit te doorboren. Dit project kost de stad 2.7miljoen euro, exclusief de kosten voor de aankoop van het perceel voor het bufferbekken. Voor dit project werkt de stad samen met aannemer AGBB en het studiebureau Arcadis.
Afbeelding van het project City River in Oostende