Standpunt EurEau over het lozen van industrieel afvalwater
- Home
- Actualiteit
- Standpunt EurEau over het lozen van industrieel afvalwater
De Europese richtlijn stedelijk afvalwater wordt momenteel herzien. In het licht van deze herziening formuleerde de Europese Federatie van nationale koepels van de water- en afvalwatersector - EurEau - recent een standpunt over het lozen van industrieel afvalwater in riolen.
Industrieel afvalwater - of effluent - lozen in rioleringen houdt namelijk belangrijke risico’s in voor mens en milieu. Met deze risico’s moet rekening gehouden worden. Zo kan industrieel effluent gevaarlijke stoffen bevatten, die de werking van een rioolwaterzuiveringsinstallatie kunnen verstoren. Bovendien kunnen er stoffen aanwezig zijn die niet goed verwijderd worden in het rioolwaterzuiveringsproces, waardoor deze in beken en rivieren terechtkomen. Daarnaast kunnen deze gevaarlijke stoffen ook via overstortwerking terechtkomen in het milieu. Dat maakt ook van de rioolbeheerders een betrokken partij.
Haperende Europese wetgeving
De maatregelen die vandaag van kracht zijn om deze gevaren te beheersen, zijn niet overal even succesvol. Zo moeten industriële bedrijven een toelating en vergunning voor het lozen van hun effluent in de riolering verkrijgen via de bevoegde instanties. Aan deze vergunningen zijn bepaalde voorwaarden gekoppeld, zoals emissienormen waaraan het effluent moet voldoen voordat het wordt geloosd in de riolering. In bepaalde gevallen is daardoor een voorbehandeling van het effluent nodig.
Daarnaast zijn de extra kosten ten gevolge van bijkomende monitoring en behandeling vaak ten laste van de exploitant van de waterzuiveringsinstallatie. In praktijk worden ze dus doorgerekend naar de belastingbetaler. Dit is strijdig met het principe dat de vervuiler betaalt.
Tot slot zijn voor 50 000 grote Europese installaties specifieke emissiewaarden opgelegd voor het lozen van hun afvalwater in de riolering. Daardoor vallen zij niet onder de Europese richtlijn stedelijk afvalwater. Zo wordt een ongelijk speelveld gecreëerd met kleinere installaties die wel onder deze richtlijn vallen.
Aanbevolen verbeteringen door EurEau
Europa heeft de ambitie geuit om aan deze tekortkomingen tegemoet te komen in de nieuwe richtlijn stedelijk afvalwater. Daarom neemt EurEau nu het initiatief om enkele aanbevelingen te doen.
De Europese koepelorganisatie stelt onder andere voor om artikel 11 aan te passen. Naast de operatoren van rioolwaterzuiveringsinstallaties worden ook de rioolbeheerders best structureel geïnformeerd en betrokken bij de eventuele lozingen van gevaarlijke stoffen op hun stelsel.
Aanvullend pleit EurEau voor volledige transparantie waarbij de industrie alle informatie over de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in het effluent en hun mogelijke impact moet doorspelen naar de operatoren. Dit maakt het mogelijk om een betere controle uit te oefenen en vervuiling meteen aan te pakken bij de bron.
Ook extra kosten voor de exploitanten van rioolwaterzuiveringsinstallaties en rioolbeheerders ten gevolge van het lozen van industrieel effluent op de riolering, zouden via een economische overeenkomst moeten verhaald worden op het lozende bedrijf.
EurEau beveelt ook aan om een systeem te hanteren dat de (milieu)veiligheid garandeert van stoffen die uit industrieel afvalwater gewonnen worden voor hergebruik. Zo wordt de circulaire economie gefaciliteerd. De eerder genoemde grote installaties zouden ook moeten voldoen aan de Europese richtlijn stedelijk afvalwater en zouden bij voorkeur zelfs niet meer mogen lozen in de riolering.
Tot slot pleit EurEau ervoor om nog meer in te zetten op innovatie om incidenten en inbreuken op de vergunning sneller te kunnen vaststellen. De exploitant van de waterzuiveringsinstallatie, de rioolbeheerder, milieutoezichthouder en nooddiensten moeten meteen ingelicht worden bij dergelijke calamiteiten. In geval van een incident in beschermd drinkwatergebied moet ook de drinkwatermaatschappij op de hoogte gebracht worden. De richtlijn milieuaansprakelijkheid die in dit geval van toepassing is, blijkt vandaag niet altijd even effectief te zijn. Aanvullend zouden ook watergebruikers altijd volledige toegang moeten krijgen tot relevante informatie voor hun afnamegebied.
Alle stakeholders krijgen van Europa tot midden 2022 de tijd om voorstellen voor de herziening van de Europese richtlijn stedelijk afvalwater in te dienen. Een eerste wetgevend voorstel van de Europese Commissie wordt verwacht tussen juli en september van dit jaar.