Waterbedrijven investeren in de toekomst

Water is een schaars goed. Ik haalde het al aan in het vorige opiniestuk. Het is dan ook duidelijk dat ons nog uitdagingen wachten. Alleen met een geïntegreerde aanpak van ons waterbeheer kunnen we deze uitdaging succesvol aangaan. Een systeemaanpak met nauwe samenwerking tussen alle betrokken partijen dringt zich daarbij op. Een systeemaanpak die het evenwicht weet te bewaren tussen waterbeschikbaarheid en watergebruik door verschillende gebruikersgroepen.

Shutterstock 1785736046

Dat is precies de doelstelling van het Strategisch Plan Waterbevoorrading in Vlaanderen (SPW). Maximaal verzekeren dat de vraag en behoefte naar water op een duurzame wijze wordt ingevuld. Nu en in de toekomst.

In het kader van dit SPW maakten de zes Vlaamse waterbedrijven een plan op voor de korte en middellange termijn. Deze plannen bieden een beter inzicht in de organisatie van de openbare watervoorziening. Over de geografisch afgebakende bevoorradingsgebieden heen. Ze geven een overzicht van de winnings-, productie- en leveringsinfrastructuur en hun capaciteit. Ze beschrijven ook de werking bij normale en verstoorde omstandigheden. De langetermijnvoorzieningsplannen voorspellen op hun beurt het verbruik en geven een overzicht van de geplande noodzakelijke investeringen.

Samen vormen ze de basis van het SPW. Op basis van deze doorlichting en sectorale input schuift de sector in samenspraak met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een toekomstig responsbeleid naar voren. Een responsbeleid gebaseerd op zes belangrijke pijlers.

Pijler 1: verder inzetten op de bescherming van bronnen

Onze waterbronnen zijn kwetsbaar. Vervuiling aan de bron uitsluiten en afvalwater zuiveren voordat we het lozen in de rivieren vormen samen de beste garantie op duurzaam en betaalbaar water. Daarom moeten we verder inzetten op bronbescherming. Gekoppeld, uiteraard, aan een integrale risicobeheerstrategie van bron tot kraan. Ook is het aangewezen om strategische watervoorraden aan te duiden voor de toekomst en de inzet van nieuwe bronnen zoals regenwater, brak en zout water en gezuiverd afvalwater te onderzoeken. Samenwerking met overheden en stakeholders is daarbij essentieel.

Pijler 2: onderbouwende studies rond ruwwaterbeschikbaarheid, drinkwaterbehoefte…

De verwachting is dat ondanks een verdere toename van de bevolking het totale leidingwaterverbruik zal stagneren of zelfs licht zal dalen (SPW fig. 24 en 25). Toch is het aangewezen om de bestaande prognoses te actualiseren. Bijvoorbeeld met nieuwe inzichten rond de impact van klimaatsverandering op piekverbruiken. Daarbij moeten we enerzijds een set van indicatoren selecteren die ons toelaat om de impact van genomen maatregelen te evalueren. Anderzijds moeten we duidelijke doelen stellen rekening houdend met de voorspelde risico’s voor de leveringszekerheid. Op basis daarvan kan de sector gerichte investeringsprogramma’s opstellen.

Pijler 3: inzet op netwerkmodellering, scenarioberekening en asset management

Met scenarioberekeningen kunnen we kwetsbaarheden in de leveringszekerheid analyseren en verschillende oplossingen tegen elkaar afwegen. Dat laat ons toe om de werking van het openbaar waterdistributienetwerk verder te optimaliseren. Ook de verdere uitrol van een asset management gekoppeld aan dit integrale risicobeheer is van belang om de leveringszekerheid te garanderen.

Pijler 4: een sectoraal kader voor toekomstige investeringen in infrastructuur

De instandhouding, de uitbouw en optimalisatie van het openbare waterdistributienetwerk, inclusief de bijhorende winnings- en productie-infrastructuur, vormt vanzelfsprekend een essentiële pijler voor de toekomst. De openbare watervoorziening blijft ook in de toekomst het instrument bij uitstek om de toegang tot veilig en kwaliteitsvol drinkwater te verzekeren, zowel voor huishoudens als voor bedrijven. De centrale productie van drinkwater kan verder aangevuld worden met decentrale productie en waterhergebruik. De waterbedrijven denken op het vlak van regenwaterrecuperatie graag mee met hun gemeentelijke vennoten en zijn bovendien een partner voor bedrijven die hun waterbeheer op een duurzame manier willen aanpakken.

Pijler 5: kosten-baten-efficiëntie en duurzaamheid bewaken, risicomanagement en betaalbaarheid verzekeren

Bij het verder uitwerken van de langetermijnvisie is het van belang om de kosten-baten-efficiëntie en de duurzaamheid van de geplande investeringen te bewaken. Alle waterbedrijven moeten bij beslissingen over toekomstige investeringen bijzondere aandacht besteden aan de betaalbaarheid van de waterfactuur. Daarnaast hebben ze de verplichting om een integrale risicobeheerstrategie uit te rollen van bron tot kraan. Dit om risico’s voor de goede werking van het systeem en de kwaliteit van het geleverde drinkwater op te sporen en weg te werken.

Pijler 6: uitbouw wetgeving

Ten slotte zal circulair denken een volwaardig onderdeel gaan uitmaken van het waterbeleid. De bescherming van de volksgezondheid en het milieu zullen daarbij harde randvoorwaarden vormen. Een aangepast wettelijk kader is daarom noodzakelijk. Dit wettelijke kader moet minimale doelen stellen voor zuivering, risicomanagement en bijkomende kwaliteitsopvolging.

Dergelijke initiatieven moeten ook passen binnen de bredere bevoorradingsstrategie van het waterbedrijf. Zo moet de kwaliteit van het drinkwater dat aan de klant geleverd wordt, gegarandeerd zijn. Bovendien moeten risico’s voor het openbaar waterdistributienetwerk maximaal worden uitgesloten. Een regierol voor de waterbedrijven is hier cruciaal.

Op die manier zal het strategisch plan watervoorziening maximaal verzekeren dat de behoefte aan water op een duurzame wijze wordt ingevuld. Nu en in de toekomst.

Carl Heyrman

Algemeen Directeur